OVER DE WATERKLERKEN

De vereeniging is er voor waterklerken die op zoek zijn naar bekenden met vergelijkbare kenmerken als allround kennis en flexibiliteit om een breed scala van zeeschepen 24 uur per dag te bedienen.

Over de Waterklerken

De dag van de oprichting:

Op Zaterdag 15 februari 1930 bekrachtigen 35 waterklerken in het toenmalige hotel Coomans de oprichting van de Rotterdamsche Waterklerken Vereeniging. Het gezelschap kent elkaar van hun ontmoetingen bij de douane, zeehavenkantoor en havencafés. Deze ontmoetingen zijn echter onregelmatig en de heren in kwestie wensen elkaar juist vaker en vakgericht te spreken, hieruit institueren zij de Rotterdamsche Waterklerken Vereeniging.

Waterklerk, een vak apart:

De waterklerk is de schakel tussen wal en het schip. Hij/zij is de ogen en oren van de haven, een spin in het web. De waterklerk is slim en sociaal, een regelaar en ritselaar. Een onregelmatig beroep en waarbij men in contact komt met allerlei verschillende nationaliteiten. Altijd denken in oplossingen en nooit in problemen. Onderling zijn zij allen concurrenten van elkaar, maar als het erop aankomt hebben ze een gemeenschappelijk doel en dat is de haven zo goed mogelijk op de kaart zetten.

Ledenvergaderingen/bijeenkomsten:

De Vereeniging organiseert maandelijkse ledenvergaderingen waar leden elkaar kunnen ontmoeten, en waar vakgerichte/Vereeniging zaken besproken worden. Tijdens de ledenvergaderingen komen er geregeld gast sprekers langs namens bedrijven welke nauw betrokken zijn bij de haven. Verder worden er verschillende bijeenkomsten georganiseerd voor de leden en donateurs, zoals de jaarlijkse boottocht, zeevissen op Scheveningen en het jaarfeest.

1930

In het gehele jaar 1930 telde Dirkzwager voor Rotterdam 6.414 schepen. De crisis was al voelbaar. Aan de Waalhaven bij Pier 7 en 8 werd de laatste hand gelegd. De Merwehaven zou over twee jaar gereed zijn.

De Eerste en de Tweede Petroleumhaven in de Deyffelbroeksche Polder (Pernis) stonden net op papier. De vaart met aardolieprodukten zou een grote vlucht maken. In 1930 kwamen die nog naar de Sluisjesdijk, waar gevestigd waren de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij ten behoeve van de Exploitatie van Petroleumbronnen van Nederlandsch-Indie, de Amerikaansche Petroleum Maatschappij en Rotterdam Petroleum Entrepot. (bron: Patente Jongens, enig soort).

De kapteinskamer

De naam Kapiteinskamer is afkomstig uit de achttiende eeuw. Kapiteins deden na een reis verslag aan hun reder. Zij werden dan ontvangen in speciale kamer die daardoor ‘Kapiteinskamer’ werd genoemd, een naam die is blijven voortleven in het cargadoorswerk.

Statuten